Vooruit.brussels wil dat de geplande gedenksteen voor de 11-jarige Fabian in het Elisabethpark in Ganshoren er komt. Dat idee kwam van de vzw Heroes for Zero en GC De Platoo, maar werd afgewezen door Leefmilieu Brussel en bevoegd minister Alain Maron (Ecolo). Die zegt in gesprek te willen gaan met de familie van Fabian, maar benadrukte tijdens de plenaire vergadering in het Brussels parlement dat er geen monument gebouwd kan worden. “Ik kan dit niet vatten”, reageert Brussels parlementslid Ilyas Mouani (Vooruit.brussels) verontwaardigd.
De dood van de 11-jarige Brusselaar Fabian, die in juni werd aangereden door een politiecombi, joeg een schokgolf door Brussel en daarbuiten. Omdat de ontreddering rond het incident nog steeds groot is, vroegen de vzw’s Heroes for Zero en Gemeenschapscentrum De Platoo aan Leefmilieu Brussel om een permanent herdenkingsmonument in het Elisabethpark in Ganshoren, waar de jongen het leven liet. Leefmilieu Brussel en bevoegd minister voor Leefmilieu Alain Maron (Ecolo) weigerden echter. “Wij geven de voorkeur aan discrete en symbolische vormen van eerbetoon, zoals het planten van een ‘opmerkelijke’ boom”, benadrukte de minister ook in het parlement.
Ilyas Mouani, Brussels parlementslid voor Vooruit.brussels, reageert vol onbegrip op die beslissing. “Ik kan dat niet vatten”, zegt hij. “De gewestelijke parken staan vol gedenkstenen, zoals bijvoorbeeld de Obelisk voor de Mensenrechten in het Tour & Taxis-park. In Schaarbeek werd een gedenksteen geplaatst op de plek waar De Standaard-journalist Stephanie Vanbraekel werd aangereden. Naar Mehdi werd een bushalte vernoemd. Maar voor een 11-jarig kind dat tragisch om het leven kwam… plaatsen we een boom. In een park.”
Verschil tussen woord en daad
Volgens Mouani wijst dit op een duidelijk verschil tussen woord en daad:
“Na het overlijden van Fabian reageerden we met z’n allen verontwaardigd,” gaat hij verder. “Ook de minister en zijn partij. Maar een blijvende herdenkingsplek is blijkbaar te veel gevraagd. Iedereen herinnert zich Fabian nog, en het verdriet dat we collectief voelden na zijn dood. Er is wel degelijk nood aan een blijvende plek waar nabestaanden kunnen rouwen.”
Régis Van Der Veken
Woordvoerder – Porte-parole, Vooruit.brussels
